Het praktijkvoorbeeld van Lara is onderdeel van een reeks praktijkvoorbeelden die de Belastingdienst de komende weken tot 1 juli aanbiedt. In de artikelen bespreken experts de keuzes die ondernemers moeten maken bij het toepassen van de nieuwe EU btw-regels. Ook lichten ze de mogelijkheden toe.
Op 1 juli gaan de nieuwe EU btw-regels in. Deze regels gelden vooral voor webshops met een jaaromzet van meer dan € 10.000 aan particulieren in andere EU-landen. Vanaf 1 juli rekenen deze webshops de btw in het land van de klant. In dit artikel kijken we naar de gevolgen voor Lara*. Met haar webshop ‘Lara’s Traditional Dress’ verkoopt ze feestelijke dameskleding in Nederland en België. Ze overweegt te verkopen via kledingplatforms in andere EU-landen. Experts van de Belastingdienst en KVK geven tips over hoe Lara zich kan voorbereiden op de nieuwe btw-regels.
De feestelijke dameskleding die Lara verkoopt, importeert ze uit Turkije, Marokko en India. In een magazijn in Rotterdam komt alles binnen en worden bestellingen klaargemaakt voor verzending. Met succes! Lara realiseert jaarlijks een omzet van bijna een half miljoen euro. Haar administratie besteedt ze uit aan een administratie- en accountantskantoor. Dit kantoor regelt voor Lara onder meer de btw in Nederland en België. Lara heeft de ambitie om de komende jaren te groeien met haar bedrijf. Dit wil ze doen via bekende kledingplatforms in Zweden en Denemarken waar ze onder eigen naam haar kleding gaat aanbieden.
In een artikel las Lara dat platforms door de nieuwe EU btw-regels vaker verantwoordelijk worden voor de btw. Hierover wil ze graag meer weten, zeker met het oog op verkopen via kledingplatforms in Zweden en Denemarken. John Piepers, e-commerce expert bij de Belastingdienst, vertelt: “Vanaf 1 juli wordt de zogenaamde platformfictie ingevoerd. Dit betekent dat platforms vaker verantwoordelijk worden voor de btw. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden. Zo zijn platforms alleen verantwoordelijk als goederen worden ingevoerd in de EU, deze dan rechtstreeks via het platform aan de particulier worden geleverd én de waarde van de goederen maximaal € 150 is. Volgens de nieuwe EU btw-regels levert de webshopondernemer dan als leverancier de goederen (fictief) aan het platform. En levert het platform de goederen vervolgens (fictief) aan de consument.”
Sandra Visser-Meijer, adviseur Internationaal ondernemen bij KVK, vult aan: “Voor Lara is de platformfictie op dit moment niet van toepassing. Haar producten worden immers geleverd vanuit het magazijn in Rotterdam en zijn dus al ingevoerd. Als de kleding direct van buiten de EU via een platform in andere EU-landen wordt verkocht aan consumenten in de EU, is het platform verantwoordelijk voor het in rekening brengen van de btw, de btw-aangifte en afdracht van deze btw in het land van de consument. Hierbij kan het platform gebruikmaken van de Invoerregeling.”
Verandert er dan niets voor Lara? “Jawel”, geeft John Piepers aan. “Net als alle e-commerce ondernemers met een jaaromzet van meer dan € 10.000 aan particulieren in andere EU-landen, moet Lara de btw in het land van de klant aangeven vanaf 1 juli. In de situatie van Lara maakt het geen verschil of ze nu via haar eigen webshop verkoopt of via een platform. Haar adviseur heeft twee keuzes voor het aangeven van de btw: doorgaan met het lokaal aangeven van btw in het land van de klant. Nu alleen in België en straks ook in Zweden en Denemarken. Óf ze kan gebruikmaken van de Unieregeling binnen het nieuwe éénloketsysteem van de Belastingdienst. Ze doet dan in één melding per kwartaal de btw-aangifte over álle verkopen aan particulieren in andere EU-landen. Dus, naast België, ook voor de nieuwe landen waar Lara wil starten met de verkoop via platforms.”
Sandra Visser-Meijer vult aan: “Afhankelijk van de keuze geldt hierbij een aantal regels. Onder meer voor de facturen en het vermelden van de verkoopprijzen in de webshop. Op kvk.nl vind je hierover meer informatie.”
Doorgroeien in Duitsland betekent voor Sharmila niet alleen veranderingen in de btw-aangiften. Het heeft ook gevolgen voor haar verkoopkoopprijzen, facturen en boekhouding. Want als Sharmila jaarlijks meer dan € 10.000 in Duitsland omzet, moet ze over haar sieraden in Duitsland 19% btw gaan rekenen. Een armbandje van € 20 wordt dan € 23,80. Sandra Visser-Meijer licht toe: “Omdat Sharmila te maken krijgt met verschillende verkoopprijzen kan het slim zijn een Duitstalige webshop op te zetten. Daarin kan ze direct de prijzen inclusief de Duitse btw vermelden. Dat ziet er professioneel uit. Ook is met een Duitstalige webshop direct haar Duitse omzet inzichtelijk.” Voor het opzetten van een Duitstalige webshop gelden aparte regels. Ga hiervoor naar het artikel ‘e-commerce in Duitsland’ op de website van KVK.
Ga voor meer informatie naar de site belastingdienst.nl/e-commerce of kvk.nl. Of vraag je fiscaal adviseur wat in jouw situatie verstandig is te doen.
Deze stappen helpen bij de voorbereiding:
Webshopondernemers die gebruik willen maken van het éénloketsysteem voor hun kwartaalaangifte 3e kwartaal, melden zich vóór 1 juli 2021 aan op Mijn Belastingdienst Zakelijk.
*Het voorbeeld van Lara's webshop is fictief. Enige overeenkomst met een werkelijke situatie is toeval.